onderzoek
ZWAARTEPUNTEN
Met honderden onderzoeksprojecten achter de rug en bijna 350 rapporten op de harde schijf, durf ik mezelf een allround onderzoeker noemen. Toch lopen er rode draden door mijn bestaan. De belangrijkste daarvan heet bedrijfstakanalyse: de kennis en kunde van hoe binnen bedrijfstakken bedrijven (of not-for-profit organisaties) zich onderling en met hun buitenwereld verhouden.
Bedrijfstakanalyse
Bedrijfstakonderzoek speelt zich af op het niveau van bedrijven (micro) en van de sector als geheel (meso). Daar is zowel begrip voor nodig van wat ondernemingen en ondernemers beweegt, als hoe processen in de markt en in de institutionele omgeving in elkaar grijpen. Vanwege de interactie tussen bedrijfsmatige en sectorale inzichten, zijn brancheorganisaties belangrijke opdrachtgevers van bedrijfstakonderzoek. Maar ook toezichthouders en de wetgever hebben behoefte aan een scherper inzicht en wat er speelt binnen sectoren. En bedrijven zelf natuurlijk; uiteindelijk maken die de markt.
Kennis van een sector begint veelal beschrijvend: hoeveel bedrijven zijn er actief, hoe groot zijn ze en wat doen ze? De goede inspanningen van het CBS en andere organisaties ten spijt, is het beschikbare datamateriaal vaak niet goed genoeg. Als de gegevens er al zijn moeten ze toegankelijk worden gemaakt. Vaak moeten ze eerst nog verzameld.
Na de descriptie komt de structuur: hoe werkt de bedrijfstak? Segmentatie, toeleveringsketens, concurrentiefactoren, samenwerkingsverbanden, verschillen tussen grote en kleine bedrijven, dat soort zaken komen daarbij aan de orde. Nuttige denkkaders kunnen worden ontleend aan de modellen van Michael Porter en het Structuur-Gedrag-Prestatie paradigma van Joe Bain.
De structuur van een bedrijfstak is nooit statisch. Concurrentie, technologische vooruitgang, regelgeving en de conjunctuur zorgen voor permanente verandering. Inzicht in die dynamiek is essentieel voor spelers in en om de sector. Om beleid te maken, moet kennis van heden (structuur) en recent verleden (dynamiek) worden gekoppeld aan verwachtingen over de toekomst.
Vanuit de overheid gezien draait het om het gewenste gedrag van bedrijven, en de noodzaak om zulk gedrag actief te bevorderen met regelgeving en toezicht. Voor bedrijven speelt daarbij de vraag hoe compliant te zijn met (nieuwe) regelgeving, wat dat kost en misschien ook wat het oplevert. Burgers en bedrijven hechten waarde aan effectief en doelmatig toezicht, opdat de kosten van regeldruk beperkt blijven.
Benchmarking
In een benchmark worden bedrijfsgegevens van individuele bedrijven verzameld en op anonieme basis onderling vergeleken. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten: bedrijven krijgen inzicht in hun eigen positie, en de gezamenlijke gegevens tonen de stand van zaken op sectoraal niveau. In een goed uitgevoerde benchmark komen zowel bedrijven als koepelorganisaties aan hun trekken. Benchmarking werkt eigenlijk alleen maar goed binnen sectoren; dan is er a priori sprake van vergelijkbaarheid in processen en producten. Ik heb in de loop der jaren, vaak samen met de collega’s van Compare to Compete, benchmarks uitgevoerd onder onroerendgoedmakelaars, assurantietussenpersonen, hypotheekbemiddelaars, architecten, hoveniers en groenvoorzieners, goede doelen, SW-bedrijven en autoleasebedrijven. Iedere sector komt met andere uitdagingen en eigenaardigheden.
Benchmarking is maatwerk. De te rapporteren kentallen en het betrokken jargon zijn bijna altijd sectorspecifiek. Bedrijven zijn –begrijpelijk– terughoudend met het verschaffen van concurrentiegevoelige informatie aan derden, ook aan hun eigen brancheorganisatie; daarnaast zijn er mededingingsrechtelijke beperkingen. Een benchmarkonderzoek vergt daarom een zorgvuldige voorbereiding, waarin de samenstelling van de benchmark en het draagvlak onder de –potentiële– deelnemers maximale aandacht krijgen.
MKB & Ondernemerschap
is een oude liefde, mede omdat ik er twaalf jaar onderwijs over verzorgd heb – en heb mogen bijdragen aan een mooi leerboek. Onderzoeksmatig komen MKB en ondernemerschap in mijn beleving het best tot hun recht als ze verbonden worden aan de vraag wát er ondernomen wordt – en daarmee zijn we vanzelf weer terug bij de bedrijfstakanalyse. In 2016/2017 was ik als adviseur betrokken bij het initiatief Entrepreneurship Ecosystemen van het economenblad ESB, een door het Ministerie van Economische Zaken gesponsord project, met als doel het gedachtengoed over ondernemerschap helder over het voetlicht te brengen.